zich de mikmak schrikken, werken, zoeken e.d. 1.0
Algemene voorbeelden
De apenshow was nog wel het spannendst, alledrie gingen ze heerlijk naar binnen om te kijken en te genieten van de show, totdat Tante Heleen op de knop drukte om het orkest te laten lopen. De ene schrok zich de mikmak en rende de tent uit. De andere schrok zich wezenloos en kon de herrie niet aan.
Jongeren en ouderen werken zich de mikmak aan pannenlappen en andere prullaria om gelden bijeen te verzamelen voor een project, waar jongeren veertien dagen van de vakantie voor opofferen om er te werken als beun en haas, zodat ze de rest van het jaar weer kunnen teren op hun goede werken.
Tineke weet heel vaak dingen te liggen. Ondertussen zoek ik me de mikmak. Ik loop tien minuten te zoeken en Tineke vindt het binnen één minuut.